Ik weet eigenlijk niet zo goed waar te beginnen, als ik
Aguirre, der Zorn Gottes uit 1972 moet recenseren. Ten eerste is het weer een
gruwelijk intrigerende film van Werner Herzog, die langzaamaan mogelijk mijn
favoriete regisseur aan ‘t worden is. Daarnaast is het echter ook een film die
maar een selecte groep film- en kunstliefhebbers zal kunnen bekoren, want het
is geen makkelijke kost. En als je een soort van VHS-kopie van een Duitse
4×3-versie ziet met Engelse ondertiteling, dan is het lastig genieten van de
fantastische beelden die op de Amazone zijn geschoten. Maar een paar jaar voor
mijn geboorte maakte Herzog dus als films waar men nu nog altijd een puntje aan
kan zuigen…
Aguirre (ik kort ‘m effe in, if you don’t mind) gaat over
een waargebeurde expeditie onder leiding van de Spaanse conquistador Pizarro,
op zoek naar El Dorado, volgens de Indianen een stad met zoveel goud, dat elk
hebzuchtig persoon knettergek van verlangen werd. En daar gaat de film dan ook
(deels) over. Het titelkarakter in de film wordt gespeeld door Herzogs
‘partner-in-crime’/’nemesis’/’muze’ Klaus Kinski, waar hij een nogal aparte
werkrelatie mee had (heeft Herzog hem inderdaad op de set bedreigd met een
pistool?), maar waar hij wel geweldige films mee gemaakt heeft. Ik mag meervoud
typen, omdat ik er inmiddels, maar zeker ook SLECHTS, twee van gezien heb. Die
andere speelde zich in dezelfde Peruviaanse jungle af, en ging over een
gepassioneerde gek die een stoomboot over een berg liet tillen van de ene
rivier naar de andere. Inderdaad: dat was Fitzcarraldo.

Maar okay, ik zal niet te ver afdwalen. De kennis van dat
boek maakte de film voor mij natuurlijk een stuk interessanter, maar zoals ik
al zei: Herzog wil zijn verhaal vertellen, en niet per se historisch accuraat
zijn. En waarom zou hij ook, als hij een geweldig verhaal wil vertellen over
waanzin, hebzucht, de honger naar macht, etc..? En dan te bedenken dat de film
begint met een tekst waarin verteld wordt dat de Indianen El Dorado verzonnen
om de Spanjaarden mogelijk te misleiden. Zouden die Indianen geweten hebben dat
de Europeanen (lees: ‘de Westerse wereld’ of gewoon ‘de mensheid’) zichzelf
kapot zou maken in haar drang naar rijkdom? En is dat niet nog altijd net zo
actueel, ook bijna 500 jaar later…?
Zoals je ziet: ik kan wel blijven typen. Dat doe ik niet. Ik
wil nog twee dingen kwijt. Ten eerste een herhaling: dit is geen film voor een
mainstream-publiek. Net als Herzogs andere films is hij niet geïnteresseerd in
conventioneel vermaak (ook al bevat de film een aantal adembenemende scènes,
zelfs op zo’n slechte VHS-kopie), en ook in mijn geval is het zo: hoe meer ik
over deze film nadenk, hoe intrigerender hij wordt.
Het tweede wat ik aan wil halen is Klaus Kinski, en dan
vooral de gedachte die ik kreeg voor een mogelijke biografische film over zijn
leven. Want wie zou dat beter kunnen spelen dan onze eigen Tygo Gernandt?
Mogelijk ben je nu verrast, maar als je Black Death om één reden zou moeten
kijken, dan is het wel om te zien hoe Tygo er in die film uit ziet als Kinski
in Aguirre, der Zorn Gottes. En ergens denk ik dat Tygo ook die gekte wel kent,
of in elk geval kan spelen… (Bron: Filmofiel)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten