De jonge Duitse regisseur Tom Tykwer leek na Lola Rennt klaar voor het grote werk in het buitenland. Maar Der Krieger und die
Kaiserin is een klein liefdesverhaal in Duitsland.
Veel regisseurs hebben de behoefte de volgende keer iets heel anders te maken. Eerst een serieuze relatiefilm, dan lekker een komedie. Grootheden als Kubrick, Scorsese en Coppola geven zich met graagte over aan genrefilms, opdat ze maar telkens iets anders kunnen doen. Daarentegen zijn er ook veel filmers die eigenlijk steeds dezelfde film maken. Zoals Hitchcock, Fassbinder en Alex van Warmerdam. U begrijpt: dit is lichtelijk gechargeerd.
Maar toen de gretige Duitse regisseur Tom Tykwer (1965) na Lola Rennt de film Der Krieger und die Kaiserin maakte, was iedereen verontwaardigd, bij de première op het festival van Venetië althans. Na de redelijk genrevaste, rustige thriller Winterschläfer uit 1998 volgde Lola Rennt, een hippe, originele achtervolgingsfilm met een onmenselijk hoog tempo. Tykwers toekomst leek bepaald: hij zou voor het grotere, misschien ook wat substantiëlere werk gaan. Gezien zijn beheersing van het medium leek een internationale toekomst een logische stap.
Maar Tykwer bleef nog even in Duitsland en maakte een film, waarvan de plot op een bierviltje kan. En die ook de diepgang van dat bierviltje heeft. Der Krieger und die Kaiserin is een eenvoudig liefdesverhaal, maar de hand van Tykwer is wel duidelijk te herkennen. Vooral in de camera-acrobatiek. De hoofdrol wordt gespeeld door Franka Potente. Zij speelt Sissi, een verpleegkundige, die na een ongeval gered wordt door Bodo (Benno Fürmann). Deze Bodo is een trieste, boze jongeman in een foute soldatenoutfit. Hij moet niets van Sissi hebben als zij hem na haar lange ziekbed benadert. Ze is er zeker van dat het feit dat hij haar gered heeft wel degelijk iets moet betekenen en niet zomaar een toevalligheidje was.
Over toeval gesproken. Er is een ongeschreven wet dat een scenarist zich één toevalligheidje mag veroorloven in een script. Om twee personages elkaar te laten ontmoeten (lekke band) of om een personage in contact met het plot te brengen (brug open). Maar Tykwer spot met die regel en fantaseert er in Der Krieger und die Kaiserin lustig op los. Genoemd ongeval, een bankoverval, achtervolgingen: ze bestaan alleen maar om Sissi de keizerin en Bodo de soldaat bij elkaar te krijgen. Sissi ligt voortdurend op de grond, al dan niet geduwd door Bodo, die vanwege een groot verdriet niets van meisjes moet hebben. Maar zij volhardt en de kerkklokken kunnen gaan luiden.
Er is niets mee verklapt dat de film eindigt met geluk voor iedereen. Der Krieger und die Kaiserin is een open boek, voorspelbaar en herkenbaar (bron: cinema.nl).
Veel regisseurs hebben de behoefte de volgende keer iets heel anders te maken. Eerst een serieuze relatiefilm, dan lekker een komedie. Grootheden als Kubrick, Scorsese en Coppola geven zich met graagte over aan genrefilms, opdat ze maar telkens iets anders kunnen doen. Daarentegen zijn er ook veel filmers die eigenlijk steeds dezelfde film maken. Zoals Hitchcock, Fassbinder en Alex van Warmerdam. U begrijpt: dit is lichtelijk gechargeerd.
Maar toen de gretige Duitse regisseur Tom Tykwer (1965) na Lola Rennt de film Der Krieger und die Kaiserin maakte, was iedereen verontwaardigd, bij de première op het festival van Venetië althans. Na de redelijk genrevaste, rustige thriller Winterschläfer uit 1998 volgde Lola Rennt, een hippe, originele achtervolgingsfilm met een onmenselijk hoog tempo. Tykwers toekomst leek bepaald: hij zou voor het grotere, misschien ook wat substantiëlere werk gaan. Gezien zijn beheersing van het medium leek een internationale toekomst een logische stap.
Maar Tykwer bleef nog even in Duitsland en maakte een film, waarvan de plot op een bierviltje kan. En die ook de diepgang van dat bierviltje heeft. Der Krieger und die Kaiserin is een eenvoudig liefdesverhaal, maar de hand van Tykwer is wel duidelijk te herkennen. Vooral in de camera-acrobatiek. De hoofdrol wordt gespeeld door Franka Potente. Zij speelt Sissi, een verpleegkundige, die na een ongeval gered wordt door Bodo (Benno Fürmann). Deze Bodo is een trieste, boze jongeman in een foute soldatenoutfit. Hij moet niets van Sissi hebben als zij hem na haar lange ziekbed benadert. Ze is er zeker van dat het feit dat hij haar gered heeft wel degelijk iets moet betekenen en niet zomaar een toevalligheidje was.
Over toeval gesproken. Er is een ongeschreven wet dat een scenarist zich één toevalligheidje mag veroorloven in een script. Om twee personages elkaar te laten ontmoeten (lekke band) of om een personage in contact met het plot te brengen (brug open). Maar Tykwer spot met die regel en fantaseert er in Der Krieger und die Kaiserin lustig op los. Genoemd ongeval, een bankoverval, achtervolgingen: ze bestaan alleen maar om Sissi de keizerin en Bodo de soldaat bij elkaar te krijgen. Sissi ligt voortdurend op de grond, al dan niet geduwd door Bodo, die vanwege een groot verdriet niets van meisjes moet hebben. Maar zij volhardt en de kerkklokken kunnen gaan luiden.
Er is niets mee verklapt dat de film eindigt met geluk voor iedereen. Der Krieger und die Kaiserin is een open boek, voorspelbaar en herkenbaar (bron: cinema.nl).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten