30 september 2015

De Filmkrant over Un Long Dimanche de Fiancailles

Met zijn langverwachte Un long dimanche de fiançailles vat Jean-Pierre Jeunet al zijn eerdere werk samen (Delicatessen, Amélie). Maar de vraag is of het werkt.
'All is fair in love and war' en dus, moet Jean-Pierre Jeunet hebben gedacht, kan ik alles maken. En hij kan inderdaad veel maken. Zoals Delicatessen uit 1991, een absurdistische, postapocalyptische fantasie over een kannibalistische slager en zijn nog idiotere huurders. Of La cité des enfants perdu uit 1995, een buitenwerelds vormgegeven sprookje over een wetenschapper die niet kan dromen en daarom de dromen van kinderen steelt in de hoop dat hij minder snel oud wordt. Of Le fabuleux destin d'Amélie Poulain uit 2001, de vleesgeworden onschuld die de liefde leert kennen en en passant ontdekt hoe ze de mensen om haar heen gelukkig kan maken. Drie producties die onmiddellijk opvielen door hun karakteristieke visuele stijl en humor en niet bepaald door ingewikkelde plotwendingen.
Un long dimanche de fiançailles, gebaseerd op de literaire hit van de vorig jaar overleden Sébastien Japrisot, is moeilijker vast te pakken. De film opent met vijf militairen die door de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog ploeteren. Op weg naar hun dood, want ze zijn door hun eigen leger veroordeeld voor desertie. Verslagen door de horror van het slagveld probeerden alle vijf aan de oorlog te ontsnappen door hun hand te verminken. Maar deserteren betekent de doodstraf en die bestaat handig genoeg uit een enkele reis naar Niemandsland, het gebied tussen de Duitse en Franse loopgraven. Want waarom zou je zelf munitie verspillen als je het de vijand kunt laten doen?
Tegenover die hel van zinloze slachtpartijen zet Jeunet Mathilde (Audrey Tautou), de achtergebleven geliefde van een van de vijf veroordeelde mannen. Zij slijt haar dagen in een Frans kustplaatsje met haar oom en tante, wachtend op de terugkeer van Manech. Maar Manech blijft weg. Het niemandsland waar Manech in verdween en waar de dood elke seconde langs kon komen, is ook het gebied waar Mathilde na de oorlog in rondwaart op zoek naar haar geliefde. Niemand om haar heen gelooft nog dat hij in leven is en elke seconde kan het bewijs daarvoor zich aan haar opdringen. Maar Mathilde twijfelt niet want als hij was gestorven, "zou ze het weten". Via veel brieven, gesprekken, flashbacks, dwaalsporen en Jodie Foster komt Mathilde uiteindelijk bij de waarheid.

Komische röntgenfoto
Un long dimanche de fiançailles (Een lange zondag van verhoudingen) houdt het midden tussen de absurde, donkere werelden die Jeunet samen met Marc Caro in Delicatessen en La cité des enfants perdu construeerde en het optimistische, felgekleurde grotestadsavontuur van Amélie. De introductie van de personages in het eerste kwartier van de film doet onmiskenbaar aan Amélie denken. Ook hier krijgen we een korte, komische röntgenfoto van iemands achtergrond en daar laat de regisseur het bij, alsof hij wel iets beters te doen heeft. Het leidt gelukkig net niet af van de horror in en om de loopgraven. Net als in Delicatessen en La cité zit er achter het spektakel een onverholen cynisme. De vijf krijgen een doodstraf boven op de doodstraf die ze al hadden toen ze de oorlog in gingen. Hoe absurd kan het worden? Het verschil tussen deze en Jeunets eerdere films is dat hoop en dood hier naast elkaar bestaan.
De vraag is nu of dat werkt.
Want Jeunet neemt een grote gok door de Saving private Ryan-achtige 'splatter' van het slagveld te combineren met een liefdesverhaal. Het is koorddansen. Van de brede glimlach van Tautou draait de camera naar de metersdiepe modder van de Slag om de Somme waar net iemands darmen in het gezicht van een andere militair belanden. Tautou moet die ellende compenseren met haar onvoorwaardelijke liefde en haar wilskracht, maar daarvoor schiet ze tekort. Dat is niet zozeer aan haar acteerwerk te wijten als wel aan de overweldigende impact van de oorlogstaferelen. De nieuwsgierigheid naar de ontknoping van het mysterie van Manechs verdwijning blijft daardoor achter bij de behoefte aan meer spektakel.
Die nieuwsgierigheid wordt ook getemperd door obligate humor. Vooral een windenlatende hond en een slippende postbode — is dit de troost van de slapstick? — maken dat zowel de horror van het slagveld als de romantische liefde niet tot in de hersenstam doordringen. Het is alsof Jeunet in een enorme studiokeuken heeft gestaan en zich niet kon bedwingen om alle ingrediënten te gebruiken.
En als we het daar toch over hebben: waarom gebruikte hij dezelfde ingrediënten als in zijn vorige films? Waarom geen andere hoofdrolspeelster? Waarom dezelfde grappen? Ofwel hij doet een bewuste poging zijn vorige films te laten samenkomen of zijn doos met ideeën is leeg.

Dwaalsporen
Toch zal dat niet veel mensen opbreken doordat Jeunet zijn puzzel met grote virtuositeit in elkaar draaide. Om Amélie, pardon, Mathilde achter de waarheid over Manechs verdwijnen te laten komen, laat hij haar stad en land afreizen. Ze ontmoet zoveel personages (de officiële cast telt tweeënzestig acteurs en actrices) dat een mindere regisseur ons al lang had laten verdwalen, maar met Jeunets gevoel voor richting komen we waar we willen zijn. En allemaal vertellen ze net een ander verhaal. Niet omdat het leugenaars zijn maar omdat ze niet beter weten. Zelfs degenen die wel in de modder stonden, beseften niet wat er allemaal gebeurde. Laat staan de mensen die honderden kilometers verderop uit gecensureerde brieven moesten vernemen hoe de oorlog in elkaar stak. Maar ondanks al die gezichten en dwaalsporen blijven de personages makkelijk van elkaar te onderscheiden. En even terzijde, Jodie Foster maakt ondanks haar kleine rol wel meteen duidelijk wat het verschil is tussen lieftallig in de lens lachen en echt acteren.
'All is not fair in love and war'. Althans niet voor de camera. Jeunet bouwde een machine uit honderden radertjes en die werken feilloos. Cinema blijft op de eerste plaats natuurlijk een visuele kunstvorm en daarin is Jeunet een meester. En hij doet verder niet moeilijk over de kunstmatigheid van zijn machine want die is onmiskenbaar in de 'computer generated images' en de kleurstellingen van zijn lange zondag. Maar al lukte het hem zelfs 'the stuff that dreams are made of' ergens in die machine een plek te geven, 'the stuff of life' is hij vergeten.

Recensie Un Long Dimanche de Fiancailles

Eigenlijk zou voor deze recensie één woord kunnen volstaan: AMÉLIE. Kleine kans immers dat u die grootste arthouse-hit allertijden níet heeft gezien. Mocht dat toch het geval zijn: LE FABULEUX DESTIN D’AMÉLIE POULAIN is de ultieme feelgood-film, die de Franse actrice Audrey Tautou in 2001 wereldberoemd maakte en die de definitieve doorbraak betekende van regisseur Jean-Pierre Jeunet. Het succesduo werkte afgelopen jaar opnieuw samen in UN LONG DIMANCHE DE FIANÇAILLES.

Een waarschuwing vooraf: UN LONG DIMANCHE is géén vervolg op AMÉLIE. Gelukkig maar, want dat zou de magie van de vorige film vrijwel zeker verbroken hebben. Dat besefte Jeunet zelf ook. Daarom liet hij een lang gekoesterde wens in vervulling gaan en verfilmde hij de Franse bestseller Un long dimanche de fiançailles, een liefdesdrama van Sébastien Japrisot dat rond de Eerste Wereldoorlog speelt. Van de Amerikaanse studio Warner Bros kreeg de regisseur 80 miljoen dollar en een vrijbrief om te doen wat hij wilde. En dat deed Jeunet: in UN LONG DIMANCHE trekt hij weer zijn volledige trukendoos open om zijn verhaal te vertellen.

De film gaat over de zoektocht van de jonge Mathilde (Tautou) naar haar vriend Manech, die tijdens de oorlog als deserteur veroordeeld werd en toen gedood zou zijn in het niemandsland tussen de Duitse en Franse loopgraven. Mathilde is er echter van overtuigd dat Manech nog leeft. Stukje bij beetje komt zij meer te weten over zijn lot en uiteindelijk achterhaalt zij de waarheid dankzij een reeks ontmoetingen met allerlei personages. Die worden niet alleen gespeeld door acteurs die we eerder zagen in AMÉLIE en JEUX D’ENFANTS, maar bijvoorbeeld ook door Jodie Foster die onvervalst Frans blijkt te spreken.

Met UN LONG DIMANCHE maakte Jeunet feitelijk twee films in één. De verhaallijn met Mathilde filmde hij in diep okergele kleuren en stopte hij vol visuele vondsten en grappen – zoals we die eerder zagen in zijn vorige films. Met veel bravoure bracht hij het Gare d’Orsay en de oude Parijse Hallen weer tot leven. De tweede verhaallijn zijn de flashbacks met Manech in de loopgraven, waarbij Jeunet alles filmde in een uitgebleekte blauw-grijze tint. Die scènes vormen de grootste kracht van de film. Ze zijn zo mogelijk nóg indrukwekkender dan het eerste half uur van Steven Spielberg’s SAVING PRIVATE RYAN, waarin de kogels je ook al om de oren floten.

Jeunet is dik twee uur lang in vorm en ontpopt zich opnieuw als verhalenverteller pur sang. Neem het perfect gekozen slot van de film, dat geen seconde vroeger had mogen komen. En ook geen seconde later, want dan zou de angel uit het verhaal zijn verdwenen... (Bron: Arthurs Filmblik)

Recensie Un Long Dimanche de Fiancailles

De vorige film van Jean Pierre Jeunet, Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain (2001), is een van de meest succesvolle Franstalige films uit de geschiedenis. En niet zonder reden; ‘Amélie’ was een hartverwarmend, sprankelend sprookje dat zelfs de grootste cynicus deed smelten. Er werd dan ook reikhalzend uitgekeken naar Jeunets volgende project: Un Long Dimanche de Fiançailles, naar het gelijknamige boek van Sébastien Japrisot. Op papier lijkt het wederom een hit voor de Franse cineast: Audrey Tautou (die eerder de rol van Amélie voor haar rekening nam) is weer van de partij, Jeunet had de beschikking over een tot de verbeelding sprekend verhaal en Warner Bros. was bereid een grote zak Amerikaanse dollars in het project te steken. Toch kan Jeunet de hooggespannen verwachtingen niet helemaal waarmaken. Un Long Dimanche de Fiançailles ziet er prachtig uit, en hier en daar zijn we weer getuige van de typische Jeunet-magie, maar het geheel wordt ondergesneeuwd door langdradige oorlogssequenties en een speurtocht die maar niet weet te boeien.

De Eerste Wereldoorlog loopt ten einde als Mathilde hoort dat haar verloofde, Manech, behoort tot een groep van vijf gewonde soldaten die was gearresteerd vanwege zelfmutilatie. Een krijgsraad oordeelde dat de vijf zich naar de eerste vuurlinie dienden te begeven om daar in de strijd gedood te worden. Mathilde weigert te geloven dat haar geliefde is gesneuveld en begint een lange, moeilijke zoektocht. Met elke stap die ze dichterbij Manech komt, krijgt ze nieuwe, hartverscheurende informatie over de laatste uren van haar geliefde. Toch geeft ze niet op; als Manech dood zou zijn, zou Mathilde dat immers moeten voelen.


















Je zou het ‘De Schijnbeweging Van Jeunet’ kunnen noemen: aansturen op het geijkte en het verwachte, om vervolgens – heel subtiel – de verwachtingen een stapje voor te zijn, waardoor zich een geheel nieuwe emotionele dimensie ontsluit. En zonder dat je het doorhebt, zit je met een enorme glimlach op je gezicht, of biggelen de tranen over je wangen. Jeunets eerdere films waren misschien te absurdistisch – maar daardoor zeker niet minder fraai – voor de Schijnbeweging, maar ‘Amélie’ zat er vol mee. In Un Long Dimanche de Fiançailles komt Jeunets passeerbeweging helaas te weinig voor; ze wordt slechts enkele keren toegepast, bijvoorbeeld wanneer de beide hoofdpersonen voor het eerst met elkaar naar bed gaan, of in de laatste zinnen van de film. In plaats daarvan verliest Jeunet zich in eindeloze reeksen van oorlogstaferelen (die in het begin nog indruk maken, maar op een gegeven moment beginnen te vervelen) en ontwikkelingen in Mathilde’s zoektocht. En het zijn juist deze gedeelten die het minst weten te boeien. In de wirwar van besnorde Fransmannen, die allemaal onder de modder zitten, is het knap lastig te volgen wie nou wie is en wie nou wat deed. En weet je wat…na een tijdje interesseert je dat eigenlijk ook niet meer. Wat je wilt zien is hoe het komt dat Mathilde tot het uiterste gaat in haar zoektocht. Waarom ze niet opgeeft. Wat de band tussen Mathilde en Manech zo speciaal maakt. Er wordt ons een blik gegund in hun geschiedenis – het kloppende hart van de film – maar dit is niet genoeg. Jeunet, de man die als geen ander de essentie van karakters kan blootleggen in slechts enkele shots, geeft ons te weinig Mathilde & Manech.

Visueel gezien behoort Un Long Dimanche de Fiançailles zonder meer tot Jeunets beste werk. De boomstronk op het slagveld waar Manech de naam van Mathilde in kerft, het korenveld dat op betoverende wijze wordt beroerd door de wind, de shots van Mathilde en Manech op de vuurtoren – het zijn stuk voor stuk beelden die voor altijd op je netvlies gebrand zullen staan. Alle shots dragen onmiskenbaar de handtekening van Jeunet: de typische kleurpaletten, de camerabewegingen die je adem doen stokken (het visuele equivalent van De Schijnbeweging) en de barokke decors. En temidden van al dit moois is daar natuurlijk Audrey Tautou. Het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of Tautou een veelzijdig actrice is, maar in het universum van Jeunet kun je je geen ander middelpunt voorstellen. Haar spel is subtiel, en tegelijk heel krachtig; één oogopslag van Tautou zegt meer dan duizend woorden.

Un Long Dimanche de Fiançailles is weer op en top Jeunet en is zeer zeker de moeite waard. Al was het alleen maar om de verhalen binnen het verhaal, waarbij we heel kort het leven van een personage induiken, of de gedachtespelletjes die Mathilde met zichzelf speelt (“als ik deze appel in één keer kan schillen, zie ik mijn verloofde weer”). Het zijn momenten als deze waarop Jeunet schittert en waarvan je wilt dat de betovering voortduurt. Voorbij de eindeloos grauwe loopgraven. En voorbij Mathilde’s onmenselijke zoektocht. (Bron: Film Totaal, Ruben Heijloo)

Angelo Badalamenti (1937)

Angelo Badalamenti (born March 22, 1937) is an American composer, best known for his work scoring films for director David Lynch, notably Blue Velvet, the Twin Peaks saga (1990–1992, 2016), The Straight Story and Mulholland Drive. Badalamenti received the 1990 Grammy Award for Best Pop Instrumental Performance for his "Twin Peaks Theme", and has received a Lifetime Achievement Award from the World Soundtrack Awards and the Henry Mancini Award from the American Society of Composers, Authors and Publishers.

Early life
Badalamenti was born in Brooklyn, New York to an Italian family; his father was a fish market owner. He began taking piano lessons at age eight. By the time Badalamenti was a teenager, his aptitude at the piano earned him a summer job accompanying singers at resorts in the Catskill Mountains. He received a Bachelor of Arts degree from the Eastman School of Music and then earned Master of Arts degrees in composition, French horn, and piano from the Manhattan School of Music in 1960.

Film scoring
Badalamenti scored films such as Gordon's War, and Law and Disorder, but his big break came when he was brought in to be Isabella Rossellini's singing coach for the song "Blue Velvet" in David Lynch's 1986 film Blue Velvet. Inspired by This Mortal Coil's recent cover of the Tim Buckley song Song to the Siren, Lynch had wanted Rossellini to sing her own version, but was unable to secure the rights. In its place, Badalamenti and Lynch collaborated to write "Mysteries of Love", using lyrics Lynch wrote and Badalamenti's music. Lynch asked Badalamenti to appear in the film as the piano player in the club where Rossellini's character performs. This film was the first of many projects they worked on together.
After scoring a variety of mainstream films, including A Nightmare on Elm Street 3: Dream Warriors and National Lampoon's Christmas Vacation, he scored Lynch's cult television show, Twin Peaks which featured the vocals of Julee Cruise. Many of the songs from the series were released on Cruise's album Floating into the Night. From the soundtrack of the television series, he was awarded the Grammy Award for Best Pop Instrumental Performance for the "Twin Peaks Theme".
Other Lynch projects he worked on include the movies Wild at Heart, Twin Peaks: Fire Walk with Me, Lost Highway, Mulholland Drive (where he has a small role as a gangster with a finicky taste for espresso), and The Straight Story as well as the television shows On the Air and Hotel Room. Other projects he has worked in include the television film Witch Hunt, and the films Naked in New York, The City of Lost Children, A Very Long Engagement, The Wicker Man, Dark Water and Secretary. He has also worked on the soundtrack for the video game Fahrenheit (known as Indigo Prophecy in North America). He was composer for director Paul Schrader on such films as Auto Focus, The Comfort of Strangers and Dominion: Prequel to the Exorcist. In 1998, Badalamenti recorded "A Foggy Day (in London Town)" with artist David Bowie for the Red Hot Organization’s compilation album Red Hot + Rhapsody a tribute to George Gershwin which raised money for various charities devoted to increasing AIDS awareness and fighting the disease. In 2005, he composed the themes for the movie Napola (Before the Fall), which were then adapted for the score by Normand Corbeil. In 2008, he directed the soundtrack of The Edge Of Love, with Siouxsie, Patrick Wolf and Beth Rowley on vocals.

Badalamenti received the Lifetime Achievement Award at the World Soundtrack Awards in 2008. On July 23, 2011, the American Society of Composers, Authors and Publishers presented Badalamenti with the Henry Mancini Award for his accomplishments in film and television music.

Collaborations
In 1966, Badalamenti co-wrote a song ("Visa to the Stars") on Perrey and Kingsley's album The In Sound from Way Out!. In 1967, using the name "Andy Badale", he co-wrote a song ("Pioneers Of The Stars") for Perrey and Kingsley's next album, Kaleidoscopic Vibrations: Electronic Pop Music From Way Out. He also arranged and produced Perrey's two solo albums for Vanguard Records using the "Andy Badale" moniker. In 1987, he lent his services to British synth-pop duo Pet Shop Boys, arranging the orchestration on "It Couldn't Happen Here". Badalamenti also arranged the strings on two tracks on the Pet Shop Boys' Behaviour album in 1990.
In 1993, Badalamenti collaborated with thrash metal band Anthrax on the Twin Peaks-inspired track "Black Lodge" from the Sound of White Noise album. In 1995, he composed, orchestrated and produced Marianne Faithfull's album, titled A Secret Life. In 1996, Badalamenti teamed up with Tim Booth of the British rock band James. As Booth and the Bad Angel, they released an eponymous album on the Mercury label. In 2000, he worked with Orbital on the "Beached" single for the movie The Beach. In 2004, he composed the Evilenko soundtrack working with Dolores O'Riordan, who sang the main theme and with whom he continued collaborating.

Other projects

Badalamenti conducted a performance during the opening ceremony of the 1992 Olympics in Barcelona.

Jean-Pierre Jeunet (1953)

Jean-Pierre Jeunet (born 3 September 1953) is a French film director and screenwriter known for the films Delicatessen, The City of Lost Children, Alien: Resurrection and Amélie.

Life and career
Jean-Pierre Jeunet was born in Roanne, Loire, France. He bought his first camera at the age of 17 and made short films while studying animation at Cinémation Studios. He befriended Marc Caro, a designer and comic book artist who became his longtime collaborator and co-director.
Together, Jeunet and Caro directed award-winning animations. Their first live action film was The Bunker of the Last Gunshots (1981), a short film about soldiers in a bleak futuristic world. Jeunet also directed numerous advertisements and music videos, such as Jean Michel Jarre's Zoolook (together with Caro).
Jeunet and Caro's first feature film was Delicatessen (1991), a melancholy comedy set in a famine-plagued post-apocalyptic world, in which an apartment building above a delicatessen is ruled by a butcher who kills people in order to feed his tenants.
They next made The City of Lost Children (1995), a dark, multi-layered fantasy film about a mad scientist who steals children's dreams so that he can live indefinitely. The success of The City of Lost Children led to an invitation to direct the fourth movie in the Alien series, Alien: Resurrection (1997).
Jeunet directed Amélie (2001), starring Audrey Tautou. Amélie continued the surrealist vibe of his earlier films, but was happier in tone and added romantic and comedic elements. This story, about a woman who takes pleasure in doing good deeds but has trouble finding love herself, was a huge critical and commercial success worldwide and was nominated for several Academy Awards. For this film, Jeunet also gained a European Film Award for Best Director.
In 2004, Jeunet released A Very Long Engagement, an adaptation of the novel by Sébastien Japrisot. The film, starring Audrey Tautou and Jodie Foster, chronicled a woman's search for her missing lover after World War I.
In 2009, he released Micmacs.
Jeunet has also directed numerous commercials including a 2'25" film for Chanel N° 5 featuring his frequent collaborator Audrey Tautou.

In 2013, Jeunet released The Young and Prodigious T.S. Spivet an adaptation of Reif Larsen's book: The Selected Works of T.S. Spivet that starred Kyle Catlett. The film was shot in English at various locations in Canada and in Washington, DC. It was released in 3D.

Trailer Un Long Dimanche de Fiancailles